Isaiah 4

Ik haat ze uit de grond van mijn hart. Ik kan ze niet meer zien! 1Vanaf nu luister Ik niet meer als u met opgeheven handen bidt. Hoe vaak u dat ook doet, Ik luister niet, want uw handen zijn de handen van moordenaars, aan die handen kleeft het bloed van onschuldige slachtoffers. 2Ga u wassen, maak u schoon! Maak een eind aan uw misdaden, ga het kwaad uit de weg! 3Leer goed te doen, wees rechtvaardig en help de armen, de wezen en de weduwen. 4Kom en laten we kijken wie er gelijk heeft,’ zegt de Here. ‘Al waren uw zonden rood als scharlaken, Ik maak ze wit als sneeuw. Al waren ze vuurrood, ze zullen worden als witte wol. 5Laat Mij u helpen en gehoorzaam Mij, dan zal het land u volop te eten geven! 6Maar als u Mij de rug blijft toekeren en weigert naar Mij te luisteren, zullen uw vijanden u doden. Ik, de Here, heb gesproken.
Copyright information for NldHTB